Foto van de week 31 oktober - 6 november 2022
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
Eric Ooink
2022-01-09
DE ASSINKBRUG
Met een korte onderbreking zeker 200 jaar een verbindend element in Langelo
Eind november (2021) begon de herbouw van de Assinkbrug over de Buurserbeek in het Assinkbos. Zoals bekend was de ‘nieuwe’ brug vlak voor de kerstdagen gereed. Hierdoor is er een fraaie wandelverbinding ontstaan tussen de landgoederen Het Lankheet en Het Assink. Ruim tien jaar had er geen brug gelegen op de plek waar toch al ‘sinds mensenheugenis’ een brug aanwezig was geweest. De oude Assinkbrug was kort na 2010 vanwege bouwvalligheid ontmanteld. Het was een particuliere brug met houten brugdek en fraaie smeedijzeren leuningen. De vraag is hoe lang deze brug reeds een voorganger heeft gehad? Het exacte antwoord moet ik schuldig blijven, maar ik vermoed vanaf de Franse tijd. Het onderstaande verhaal probeert dit te onderbouwen.
Landgoederen Het Assink en Het Lankheet
In 1895 kocht textielfabrikant Gerrit Jan van Heek (1837-1915) uit Enschede op een veiling in Eibergen totaal 250 ha (ruim 73 %) van het bezit van baronesse Van Mulert te Kamen in de gemeenten Haaksbergen en Eibergen. Dit nieuwe bezit bestond uit het Honeschbos met boerderij Hones (Eibergen), het Assinkbos met het erve Assink en het Lankheterbos met de boerderijen de Boschwachter of Oppasser, het Oude of Groot Lankheet (de Pingel) en Nieuw of Klein Lankheet. Uit de veilingcatalogus blijkt dat het “vier en dertigste koopperceel Het Assinkbosch” betrof dat totaal bijna 88 ha groot was. Hiervan lag bijna 68 ha, inclusief “de bouwplaats Assink”, ten noorden van de beek en bijna 20 ha was aan de zuidkant gelegen (kant Eibergen). De catalogus vermeldt bij dit koopperceel dat het deel ten zuiden van de beek “wordt belast met het onderhoud van de brug over de Schipbeek” en “het daartoe behoorende kad. Perceel 681 [= de weg naar de brug] wordt bezwaard met overweg ten behoeve van de perceelen”. Gerrit Jan van Heek werd hiermee in 1895 min of meer eigenaar van de aanwezige Assinkbrug, waarvan hij verplicht werd het onderhoud op zich te nemen. Van Heek liet in datzelfde jaar een Noors jachthuis bij ’t Assink bouwen. Dit jachthuis, diende als buitenhuis voor korte verblijven van de familie en natuurlijk vooral ook als een rustplaats voor jagers. Het huis was destijds toegankelijk via de Eibergsestraat, daar waar tot voor kort de fraaie poort stond met het opschrift het “Assink” en jaartal “1895”.
Tot 1921 hoorde het Assink bij het landgoed dat Van Heek kocht. Na het overlijden van G.J. van Heek sr. en zijn tweede vrouw werd het landgoed onder twee zonen verdeeld. Gerrit Jan van Heek jr., firmant bij Rigtersbleek (v/h G.J. van Heek & Zn, Textielfabrieken in Enschede), erfde het grootste deel, namelijk Het Lankheet. Ludwig van Heek, firmant bij Van Heek & Co en oprichter van L. van Heek & Zn. Textielfabrieken in Losser, erfde het Assink met bijbehorende bossen en landbouwgronden. Het Assink werd hierdoor in 1921 van het oude landgoed afgesplitst. Eind 2014 overleed de kleinzoon van Ludwig, eveneens L. van Heek. Zijn erfgenamen verkochten landgoed het Assink in 2016. Het Assinkbos, boerderij het Assink en het jachthuis werden aangekocht door de eigenaar van landgoed Het Lankheet, ‘Het Lankheet B.V.’. Hiermee is het historische landgoed na 95 jaar weer een eenheid geworden.
Van Mulert en de Marke Langelo
In 1895 was er dus een Assinkbrug, maar die was er ook in 1880. Dat maken kadasterkaarten (de zogenaamde Belastingplans) en de topografische kaart (Historische Atlas Overijssel) helder. Uit een lijvig rapport van het duo Staring en Stieltjes uit 1847 over de toestand van de Overijsselse wateren blijkt dat baron Mulert eigenaar was van de Assinkbrug. De brug lag er ook al in 1832 toen het Kadaster in werking trad. Hieraan ten grondslag liggen gedetailleerde kaarten, de zogenaamde minuutplans, die vanaf 1825 werden vervaardigd. De brug staat compleet met naam ingetekend op het betreffende kaartblad G3.
Het moet dan ook één van de vorige eigenaren van het landgoed zijn geweest die de brug voor 1825 liet bouwen. De kern van het huidige landgoed Het Lankheet was vanaf ergens in de Middeleeuwen tot de Franse tijd een leengoed van de heren van Borculo. De laatste leenmannen aan wie zij de grond beleend hadden, waren vanaf 1756 leden van de familie Van Mulert. Het leen bestond uit drie verschillende goederen gelegen in Langelo, die steeds tezamen werden genoemd en altijd in dezelfde hand waren. Het gaat hier om de erven het Assink, het Lankheet en het verdwenen Averbroek. De familie Van Mulert was feitelijk de leeneigenaar (bezitter) van deze erven. De bewoners van de boerderijen waren pachters van Van Mulert.
Na de afschaffing van het leenstelsel in 1798, ten gevolge van de Franse revolutie, werden de leenmannen eigenaar. Zo werd de familie Van Mulert in de Franse tijd eigenaar van genoemde erven en bijbehorende gronden, waaronder de oudste bossen van het huidige landgoed. De gronden waarop we nu de jongere bossen en heidevelden aantreffen waren toen nog in het bezit van de marke Langelo. Dat geldt ook voor het deel van het Assinkbos dat ten zuiden van de beek is gelegen (kant Assinkweg). Dit was rond 1800 nog altijd gemeenschappelijke heidegrond.
Dit veranderde pas na de markeverdeling. In 1845 was er door de marke een besluit genomen om tot verdeling te komen. Een speciale commissie moest de markeverdeling van Langelo voorbereiden. Pas in 1862 werd door de marke Langelo een verdelingsplan vastgesteld, dat later dat jaar bij Koninklijk Besluit werd goedgekeurd. Hierna kon tot verdeling worden overgegaan. Daar de Van Mulerts meerdere erven met elk diverse ha oud-hoevige grond (bouw- en weilanden) in het bezit hadden kregen zij een groot aandeel woeste grond toebedeeld, waartoe een groot deel van het huidige landgoed Het Lankheet gerekend kan worden, ook het zuidelijk deel van het Assinkbos.
Schulden
Een particuliere brug bouwen om van het Assink naar de markegrond ten zuiden van de beek te komen ligt niet voor de hand. Er lag hier immers ook geen doorgaande openbare weg. Het beheer van de beek lag eeuwenlang bij de stad Deventer en die zal, vanwege de functie als vaarweg, niet zomaar toestemming hebben gegeven. Daarnaast zal ook het markebestuur van Langelo hiervoor niet enthousiast zijn geweest. Om overbeweiding van de markegrond te voorkomen was het houden van schapen op deze gronden uitdrukkelijk verboden op de markevergadering van 19 augustus 1623. Er moet een reden zijn geweest waarom Van Mulert toch een brug mocht bouwen.
In 1797 had de marke Langelo schulden. De goedsheren van Langelo besloten markegrond te verkopen, waarmee de schulden betaald konden worden. Zo werd het inmiddels bestaande boerderijtje De Oppasser met bijbehorende gronden aan baron Van Mulert verkocht. Mogelijk kocht Van Mulert toen ook een perceel heide van amper 2 ha groot aan de zuidkant van de beek in de omgeving van de huidige brug. Dit rechthoekige perceel is volgens het Kadaster in 1832 eigendom van Van Mulert en bepoot met bomen. Het werd omsloten door gemeenschappelijke heidegrond. Mogelijk was de boer op het Assink belast met het onderhoud van dit perceel en was voor een goede bereikbaarheid een brug over de beek het meest effectief. Via de Vloedstegen- of Veddersbrug was immers behoorlijk om. Op de kaart van 1832 loopt er vanaf de Assinkbrug ook een rechtstreekse weg richting boerderij de Helle in Rekken.
Hottinger en Franse kaarten
Om meer informatie te verkrijgen zijn gedetailleerde kaarten van voor 1832 een must, maar die zijn zeldzaam. Bekend zijn de Hottinger kaarten van 1773 tot 1794 van Noord en Oost Nederland. De kaarten in de Hottinger-atlas zijn uit militaire overwegingen vervaardigd en vernoemd naar de van oorsprong Zwitserse kapitein-ingenieur J.H. Hottinger, die in de laatste fase van de kartering de leiding over de werkzaamheden had. Helaas zijn de kaarten niet volledig gebiedsdekkend. Zo ontbreekt bijvoorbeeld het grensgebied tussen Overijssel en Gelderland bij Haaksbergen. Om die reden werden er in de periode dat ons land was ingelijfd was bij Frankrijk (1810-1813) enkele kaarten vervaardigd van de Achterhoek en de Liemers. Onder leiding van Franse militairen werd het gebied in 1812 gekarteerd. De kaarten waren in mei 1813 gereed, waarna ze naar Parijs werden gestuurd. Er is ook een fraaie kaart van het deel van de huidige gemeente Haaksbergen ten zuiden van de Buurserbeek. Op deze Franse kaart van 1813 is de Assinkbrug aanwezig, evenals het rechthoekige perceel dat in 1832 eigendom van Van Mulert was. Duidelijk is te zien dat dit perceel in 1813 was bebost en een bomeneiland tussen de heide vormde.
Franse tijd
In 1812 werd er dus opdracht gegeven om kaarten van de Achterhoek en Liemers te maken. Dat ook het ten zuiden van de beek gelegen deel van onze gemeente is gekarteerd heeft alles maken met de Franse tijd toen de Buurserbeek enkele jaren de provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland was. In 1806 hield de Bataafse Republiek op te bestaan en werd het land tot Koninkrijk Holland omgevormd. Koning werd Napoleons jongere broer Lodewijk Napoleon. In de periode van het Koninkrijk Holland (1806-1810) werden in 1807 de grenzen tussen Overijssel en Gelderland gewijzigd. De Fransen kozen natuurlijke grenzen en hiermee werden de IJssel en de Buurserbeek/Schipbeek provinciegrens. Dit had ook consequenties voor Haaksbergen. De Buurserbeek was nu de provinciegrens. Dit betekende dat het gebied ten zuiden van de beek bij de voogdij Neede werd gevoegd. Daartoe behoorden dus een groot deel van Buurse en gedeelten van Honesch, Langelo en Brammelo. Brammelerbroek, dat tot Neede behoorde, werd vanaf dat moment bij Haaksbergen gevoegd. Kort na de Franse tijd werd in september 1814 de oorspronkelijke en huidige begrenzing weer gehanteerd.
We weten nu dat er in 1813 al een Assinkbrug aanwezig was. In de Franse tijd begon ook min of meer de bureaucratie. Overal moesten lijsten van worden opgesteld en toegezonden naar ‘Zwolle’. De ‘gemeentebesturen’ in Twente werden in de slachtmaand (november) 1809 verzocht een opgave te doen van de in hun gemeente aanwezige dorpen en buurschappen, kerken, havezaten en landgoederen, wegen, waterlopen, bruggen en sluizen. De Haaksbergse richter Waanders zond zijn opgave eind november dat jaar in. Over de gemeentelijke bruggen aanwezig over de Schipbeek die door iedereen "zoo wel in als uitheemsche" vrij gebruikt mogen worden maakte hij de volgende opsomming:
in Buurse: de Braambrug, de Rietbrug en de Keupersbrug (nu Koekkoeksbrug genoemd)
in Honesch: de Klaashuisbrug en de Morsinkhofsbrug
in Langelo: de ‘Nieuwsteegdenbrug’, de Lankheterbrug, de Veddersbrug en de Vloedstegenbrug.
Vervolgens komen de particuliere bruggen aan bod. De brug bij de Watermolen behoorde qua eigendom tot de molen. De kleine bruggen over de Schipbeek waren eigendom van enkele boeren, die de bruggen ook bekostigden en onderhoud pleegden. De bruggen werden voornamelijk door de eigenaren gebruikt om: "er over te varen naar hunne landen aan de overzijde der Schipbeek geleegen, als ook om den schollen of zoden uit het veld te halen tot mesting. Mitsgaders om het vee en schapen daar over het veld te drijven." Helaas was Waanders zuinig op zijn inkt en somt hij geen namen op van deze particuliere bruggen, waarbij de Franse kaart van 1813 tot nu toe onze oudste bron is voor wat betreft de aanwezigheid van de Assinkbrug. Mogelijk geven de oude archieven van de stad Deventer ons ooit een exacter antwoord.
Herbouw Assinkbrug
Na de hereniging van de landgoederen Het Assink en Het Lankheet in 2016 ontstond het plan om op de locatie van de verwijderde Assinkbrug toch weer ‘een verbindende brug’ te bouwen. Het betreft feitelijk de herplaatsing van de oude gietijzeren brug in de Noord-Esmarkerrondweg in Enschede, die vanaf 1868 de spoorlijn Enschede-Gronau overspande. Nadat deze brug in 2017 door een nieuwe brug werd vervangen ging de brug in opslag, in afwachting tot een goede herbestemming. Deze werd uiteindelijk gevonden op het Haaksbergse landgoed. Voor de plaatsing moest de brug ingekort worden en zijn de gietijzeren zuilen inwendig versterkt met een staalconstructie. De brugleuningen zijn nieuw en betreffen kopieën van die van de oude Assinkbrug, die was gebouwd in de jaren 1905-1908 als opvolger van een houten brug.
Bronnen:
- Historie van Haaksbergen deel I (1975)
- De grenzen van Overijssel en van de Overijsselse gemeenten van 1807 (1811) – 1842 door F.M. Hendriks (1960).
- Waterschap de Schipbeek (1881-1981);
- Historische Atlas van Overijssel;
- Hottinger Atlas en kaarten van Gelderland door H.J. Versfeld;
- Kadasterkaarten 1832 en 1880;
- ‘Haaksbergen 200 jaar gemeente’ in Aold Hoksebarge (2012-1);
- ‘De Oppasser te Langelo; 350 jaar bewoning achter het Lankheet’ in het Pijpestrootje (verscheen in 7 delen in de jaren 2005-2011);
- ‘Gietijzeren spoorbrug herplaatst’ door Jan Astrego in ’n Hoesbreef (2022);
- Artikel ‘Enschedese spoorwegbrug uit 19e eeuw op z’n plek in Het Lankheet’ in TCTubantia van 23 december 2021;
- Markeboek Langelo, HCO, Archieven van de Hervormde gemeente te Haaksbergen, plaatsingslijst nr. 273;
- Veiling catalogus uit 1895 getiteld: “Openbare verkoop van het Heerlijke Goed Mallum…..”, Archief Twentse Textielfamilies/Huis Zonnebeek, archief Landgoed Het Lankheet.
Foto's en tekst uit de serie bijdragen door Eric Ooink op de Facebookpagina Oud-Haaksbergen