SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2022 Foto's

Foto van de week 24 - 30 oktober 2022

Eric Ooink
2021-08-20

Jachtopziener HENDRIK van de KOLK
Buurse 1930

Dit plaatje van jachtopziener Van de Kolk met tien jonge vossen is in Buurse geschoten door de Enschedese fotograaf A.J. Brusse. De foto is op 9 mei 1930 gepubliceerd in het tijdschrift Eigen Erf. Dit was een Drents-Overijssels familieweekblad dat verscheen tussen 1925 en 1941. In 1949 vierde Van de Kolk, die in Haaksbergen een gewaardeerde persoonlijkheid was, zijn 25-jarig jubileum als jachtopziener. Over hem gaat dit verhaal.

Van de Veluwe
Hendrik van de Kolk werd op 3 september 1893 te Nunspeet geboren en was de zoon van het daglonersechtpaar Evert van de Kolk en Marie van den Berg. Op 1 november 1918 huwde hij te Nunspeet met de 12 dagen jongere Marrigje Doctor uit Doornspijk (bij ’t Harde, nu gemeente Elburg). Zij gaan in Doornspijk wonen en worden daar de ouders van Marie (1919) en Alie (1922) van de Kolk. Hendrik was in die jaren dagloner van beroep en dat kan eigenlijk van alles zijn, maar meestal heeft het betrekking op agrarische werkzaamheden.

Jachtopziener bij Van Heek
In 1924 kon Hendrik als jachtopziener in dienst komen bij de familie Van Heek in Twente. Hendrik Jan Engelbert (Hennie) van Heek (1864-1930), fabrikant bij de ‘Boekelosche Stoombleekerij’ en bewoner van ‘Het Teesink’ in Boekelo wordt zijn directe baas. Hennie van Heek was in Haaksbergen eigenaar van de landgoederen het Stepelerveld, waar in 1928 voor zijn zoon Ebs van Heek de bekende modelboerderij werd gebouwd, en De Ziepe aan de Enschedesestraat 188-190. Op landgoed De Ziepe was in 1915 door Van Heek de huidige bijzondere vakwerkboerderij gebouwd, die voor dubbele bewoning geschikt was gemaakt. De boerderij had destijds het adres E 100. Vanaf het begin woonde hier de familie Bannink, die er een agrarische bedrijf runde. De andere woning werd in 1924 de bedrijfswoning voor de familie Van de Kolk. Dit huis kreeg het adres E 101 (later E 219). Van de Kolk werd niet alleen jachtopziener op de privégronden van Hennie van Heek, maar eveneens in het Buurserzand, dat tot zijn overlijden in 1923 eigendom was geweest van Jan Bernard (Bernard) van Heek. Bernard van Heek was de oudste broer van Hennie van Heek. Het Buurserzand was in 1925 nog eigendom van de weduwe van Bernard, namelijk Edwina van Heek, die op Huize Zonnebeek woonde. Toen Edwina het natuurmonument in 1929 schonk ‘aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten’ kwam Van de Kolk dan ook in dienst bij deze vereniging. Wel bleef hij actief op de gronden van Hennie van Heek en mogelijk ook voor andere landgoedeigenaren, zoals de familie Elderink, die eigenaar was van ‘het Waarrecht’, dat aan het Buurserzand grenst.
Op de Ziepe werd het gezin Van de Kolk tussen 1925 en 1934 uitgebreid met zeven kinderen: Evert (1925), Bertus of Bets (1926), Marrigje (Marg of Zus, 1928), Evertje (Etie, 1929), Hendrik (Henk, 1929), Willem (Wim, 1931) en Martha (1934).

Vossen
De landgoedeigenaren en omliggende boeren waren niet bepaald gecharmeerd van de acties van ‘Reinaert de Vos’. Hij was op menig boerderij op het platteland niet alleen de kippendief bij uitstek, moordenaar van weidevogels, maar werd vooral gezien als concurrent van de jager en verspreider van de gevreesde hondsdolheid. Daarom werd in die tijd de vos op alle mogelijke manieren bestreden, zoals door het uitgraven van jonge vossen. De overheid gaf er in die jaren zelfs premies voor. Het uitgraven was een heidens karwei en het haalde hier in Twente dan ook de krant. Zoals op de foto is te zien groef Van de Kolk in mei 1930 een nest met 10 jonge vossen uit op het jachtterrein van Engelbert Elderink in Buurse, vermoedelijk op het Waarrecht. Maar ook in 1926 en 1929 haalde Van de Kolk met deze acties de krant. In juni 1926 kreeg hij hierbij hulp van rijksveldwachter Klaas van Houten. Gezamenlijk groeven ze een nest jonge vossen uit die ze levend in handen kregen. De krant meldde hierover: “Deze dieren waren reeds zoo groot geworden dat zij met de oude vossen op roof uitgingen. Drie van de jonge vossen zijn nog te zien bij den jachtopziener van de Kolk te Honesch, tegenover “De Haaze”, onder deze gemeente.”
In april 1929 vond Van de Kolk een nest met zes jonge vossen. Deze werden door hem uitgegraven en mee naar huis genomen, “alwaar hij zal trachten ze zelf verder op te fokken”.

Gered door zijn portefeuille
Tot de taak van een jachtopziener behoorde ook een stukje handhaving en dat gold ook voor Van de Kolk. Hij probeerde stropers op heterdaad te betrappen, maar ook mensen die schade aanrichtten aan het natuurmonument. In principe trok hij hierbij samen op met de lokale veldwachters/politieagenten, maar dat lukte niet altijd en dat kon tot gevaar voor eigen leven leiden. In januari 1943 ging het dan ook bijna mis.
De jachtopziener betrapte drie woonwagenbewoners op het kappen van hout. Toen Van de Kolk één van hen wilde arresteren, omdat deze zijn persoonsbewijs niet kon tonen, viel een ander hem aan. Van de Kolk greep zijn geweer en sloeg de aanvaller met de kolf over diens arm. Op hetzelfde ogenblik echter ging zijn dubbelloops jachtgeweer af. “Juist toen de loop op het hart van den jachtopziener was gericht. De hagel ging door een zwaren leeren jekker en een colbertjas heen, doch kwam dan terecht in een portefeuille, welke inhoud deerlijk gehavend werd”. Van de Kolk had geluk, hij raakte niet gewond meldde ‘De Tijd’.

Berenjacht op het Stepelerveld
Op 7 oktober 1949 zagen de melkers van Ebs van Heek op boerderij het Stepelerveld ’s morgens vroeg een wild zwijn in de weide lopen. Er werd direct alarm geslagen, waarna er een klopjacht werd georganiseerd, waarbij ook Hendrik van de Kolk werd ingeschakeld. Van de Kolk schoot het zwijn aan. Het ging om een beer van 170 pond. In zijn woede vloog het dier op de jachtopziener Verduin af. Deze was knecht op het Stepelerveld. De krant meldde: “doch op enkele decimeters afstand van hem gekomen, legde de heer Verduin het beest met een welgemikt schot neer.” Op het Stepelerveld kon vervolgens een etentje georganiseerd worden.

Jubilaris
Eveneens in oktober 1949 vierde Hendrik van de Kolk zijn zilveren dienstjubileum als jachtopziener. De Tubantia meldde hier op 10 oktober over: “Veel heeft de jubilaris in de afgelopen 25 jaar voor het behoud van dit stukje natuurschoon gedaan. Het voornaamste van zijn gebied is wel het alom bekende Buurserzand. Zijn taak heeft hij wel zeer goed vervuld. Niet alleen is hij de schrik van de stropers en de vriend van alle bonafide jagers, maar vooral heeft hij zich tot gesteld het in zijn oorspronkelijke staat houden van dit stukje natuurmonument, het op peil houden van de flora en fauna. Daardoor is hij ook de vriend geworden van de echte natuurliefhebbers. Tegen vernielzucht en vandalisme treedt hij steeds zeer gestreng op. Geen wonder dan ook dat de heer van de Kolk in Haaksbergen en omgeving een zeer populaire en geziene persoonlijkheid is.”

Hendrik van de Kolk overleed in 1961 op 67-jarige leeftijd in Enschede. Zijn vrouw overleefde hem 20 jaar en stierf in 1981. Beiden zijn begraven op de Protestantse Begraafplaats aan de Buurserstraat. Het echtpaar was gezegend met negen kinderen, maar er was ook verdriet.

Toen hier in Nederland de oorlog voorbij was begon in het toenmalige Nederlands Indië de onafhankelijkheidsstrijd. Nederland wilde zijn kolonie behouden en stuurde het leger, waardoor ook dienstplichtigen de klos waren. Uit Haaksbergen zijn tussen 1945 en 1949 totaal zo’n 170 jongemannen per boot richting het huidige Indonesië vertrokken. Ook Evert van de Kolk moest in 1946 als dienstplichtig militair naar ‘de oost’. In november 1947 sloeg het noodlot toe toen de familie het onheilsbericht ontving dat hun oudste zoon Evert op de leeftijd van 22 jaar “het leven voor het vaderland had gelaten”.

Bronnen:
-Eigen Erf en diverse krantenberichten uit de Tubantia en Twentsche Courant (via Delpher)
-Eigen genealogisch bestand en documentatie over het Stepelerveld en De Ziepe.

 

 


Foto's en tekst uit de serie bijdragen door Eric Ooink op de Facebookpagina Oud-Haaksbergen

Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 20:59