Foto van de week 19 - 25 september 2022
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
Eric Ooink
2021-06-12
KIEKEBEERND Hoksebargs spook’nkieker
Berend Laarveld (1756-1819)
Een bekend Haaksbergenaar was Kiekebeernd. Deze werd als Berend Laarveld op 30 januari 1756 door de pastoor van Haaksbergen in de kerk op de Hofbraak gedoopt. Berend was ‘met de helm geboren’. In het volksgeloof werden dergelijke kinderen geacht een gelukskind of ziener te zijn. Berend begon al spoedig de toekomst te voorspellen en was een gekend ziener of ‘spokenkieker’. Helderziende noemen we zo’n persoon tegenwoordig en het verklaart hoe Berend aan zijn bijnaam kwam. Hij deed allerlei voorspellingen die lang niet allemaal uitkwamen. Dinant Dijkhuis (1910-1976) schreef een halve eeuw geleden een verhaal over hem in het Haaksbergse dialect en dat begint als volgt:
"In Hoksebarge wodd’n in’t jaor 1756 ’n jeunk’n geboor’n, zo’n klèèn mèèns’nkeend zoas d’r zovölle op disse weerld komt kiek’n. Mer de wieze moor [oma], dee dat jeunk’n zien mooder had eholp’n, wus dat ‘t gen gewoon keend was as aandere keender, dat wus ze. En ze vetelln ’t op slag an de gelukkige vaa en moo. “’t Keend is met ’n helm op geboor’n. Goat d’r ’s anstaon, met ’n helm op geboor’n! Dat beteek’nt , dat hee in zien latere lèèv’n zovöl as ’t tweede gezichte zal hemm’n."
Berends jonge jaren
De wieg van Berend Laarveld stond in Langelo. Hij werd daar in januari 1756 op het erve Laarveld geboren. Het Laarveld (nu fam. Wijlens, ‘Loarveeld’) vinden we heden ten dage aan de Laarveldsweg 13, aan de rand van het Scholtenhagenpark. Berends ouders waren Hendrik Scholten alias Laarveld en Joanna Hagman, die in 1740 huwden. Zij kregen tussen 1740 en 1758 tien kinderen, waarvan er zeker drie als kind zijn overleden. ‘Onze’ Berend was kind nummer acht, maar hij was niet de enige Berend in het gezin. Het oudste kind, geboren in 1740 heette ook Berend en stierf voor de geboorte in 1744 van een tweede Berend. Deze Berend zou de erfopvolger worden op het erve Laarveld en huwde in 1778 met Anna Kleinsman. In 1756 wordt er weer een Berend geboren en dat is ‘onze’ Berend. Twee Berends in een gezin lijkt vreemd, maar hoewel beiden als Berend in het doopboek staan vermeld had de oudste vermoedelijk een andere roepnaam, bijvoorbeeld Naads. De roepnamen Naads, Berend en Bernard zijn namelijk alle drie afgeleid van de katholieke doopnaam Bernardus. Kiekeberend was in zijn jonge jaren knecht op de Hof te Langelo (Aaftinksweg, nu bekend als escaperoom) en daar begon zijn carrière als ‘spook’nkieker’.
Jonkman
Berend zou voorspeld hebben dat de landbouwer Jonkman in Langelo (achter het huidige tankstation aan de Eibergsestraat) bij het rooien van bomen door een vallende boom gedood zou worden. In het Overijsselsch Sagenboek uit 1936 lezen we hierover: “Toen hij nog als boerenknecht diende op de Hof te Langelo zaten ze op een zondagmorgen aan de ontbijttafel. Plotseling springt Berend op en ijlt naar buiten. Hij heeft een veurgezicht. Als hij terugkomt – een ieder weet, dat hij weer wat gezien heeft - antwoord hij op hun vragen, dat er in het ‘Langeler Brook’ een man onder een boom zal doodblijven, en werkelijk als daar eenigen tijd later bomen gerooid worden, wordt Jonkman door een vallende boom getroffen en is op slag dood.”
Zwerink en Gröskaamp
Ook voorspelde Berend dat bij boer Zwerink in Brammelo een overledene zou worden binnengedragen en dat Gröskaamps huis zou afbranden. En jawel tijdens een hevig onweer wordt iemand in de nabijheid van Zwerink door de bliksem getroffen en daar binnengedragen. De voorspelling van de brand van Gröskaamps huis [onbekend welk huis hiermee wordt bedoeld] leek niet uit te komen, maar… “joawal, ’n dag of achte later braand’n ’t hele hoes daale…Op disse meneere wodd’n Beernd bekèènd in de hele boerschop. De leu dach’n dat hee alln’s wus en vaake gleum’n hee dat zölm ok en vertell’n hee ok wal ’s dinge dee hee neet veuroet had ezeene en dee dan ok neet oetkwann’n.” Een mooi voorbeeld hiervan was het bezoek van Berend aan de pastoor van De Lutte, waar hij ook een nacht logeerde. Berend beweerde door gesloten deuren te kunnen gaan, maar toen hij de volgende morgen afscheid nam, zei de pastoor misprijzend: “Berend, als je weer eens overnacht, zullen we de deur openlaten, anders maak je ons weer wakker”.
Vuur de duuvel neet bange
Berend was voor de duivel eveneens niet bang. Doordat hij een zuiver geweten had had de duivel geen grip op hem. Op een avond was hij naar het dorp geweest en toen hij van Haaksbergen kwam lopen ontmoette hij bij het “Afschot” [Eibergsestraat t.h.v. het Hogeland] volgens het Overijsselsch Sagenboek “den baarlijken duivel (Satan). Deze wilde hem voorzichtig volgen, maar Berend dreef hem voor zich uit, want anders zou de vermaledijde Zwarte hem den hals kunnen omdraaien. Op het Hof te Langeloo roept hij de huisgenooten toe: ‘Aj nog zeen wilt, dak mi’j met den duvel sloa, dan möj hier kommen. Woar isse? Woar isse? Doar zitte in d’n appelboom. En nu slaat Berend met een langen stok in den boom. Dan eene, das twee. Nog ees!, roept Satan. Maar Berend:
Ik sloa geen duvel dree,
Mèr met God en Marije,
Weer opnije.
Hoelang deze vreemde strijd wel duurde, verhaalt de overlevering niet, maar wel, dat Berend ten laatste den duivel te sterk bleek. Hij had geen droge draad meer aan het lijf. Berends huisgenoten op de Hof te Langelo hebben ‘den Zwarte’ (de duivel) zelf niet gezien, maar ze gelooven stellig, dat hij er was”.
Rode burgemeester en grijze pastoor
Een andere keer zag de ‘spokenkieker’ een oogstwagen omvallen op de Hof te Langelo en Berend beschreef de gestalten en de kleren van de dienstboden die de wagen weer oprichtten. Dertig jaar later is het precies zo gebeurd, als Berend het heeft gezien. Eens zag hij een vurig monster met vreselijk gerucht door de Achterhoek razen. Dit was het voorspooksel van een spoorlijn met stoomlocomotief, dat pas ruim een halve eeuw na Berends dood werkelijkheid zou worden. Hij zag ook dat Haaksbergen een ramp zou overkomen als er gelijktijdig een rode burgemeester, een grijze pastoor en een zwarte dominee in het dorp actief zouden zijn. Dit laatste was het geval vanaf 1863. We hadden toen de roodharige burgemeester Ten Cate die in 1875 overleed, de grijze pastoor Wiegink (pastoraat van 1841 tot 1882) en dominee Berghege, die hier vanaf 1857 werkzaam was. Echter er is toen gelukkig niets ernstigs voorgevallen in Haaksbergen.
Trouw’n en keender
Berend trouwde op 48-jarige leeftijd in mei 1804 met de 25-jarige Hendrika Belshof uit Brammelo. Een jaar eerder had hij van de Enschedese pastoor Wolferink een woning gekocht ‘op de Honesch’, namelijk de Kaspershut. Deze hut, die inmiddels tot woning was uitgegroeid, kreeg naar Berend en zijn bijzondere gave de naam ‘Kiekeberend’. Berend en Hendrika kregen hier zes kinderen. Drie meisje en drie jongens: Hendrika (1805), Bernardina (1806), Johanna (Janna, 1808), Johannes (Jan, 1809), Bernardus (Berend, 1811) en Hermannus (1814).
Napoleon
In 1813 en 1814 maakte Kiekeberend het zo bont, dat hij door de rechtbank van Almelo in verzekerde bewaring genomen werd. “Het ware te wensen”, schreef de Overijsselsche Courant op 9 mei 1815, “dat deze leugenprofeet ten voorbeelde van anderen exemplaar gestraft zal worden”. Hem werd vooral kwalijk genomen, dat hij evenals andere zieners te Haaksbergen als Haarman en Bekgraaf, de terugkeer van de Fransen voorspelde, waarbij als verdraaiing van een vaderlands volksliedje gezongen werd “Oranje onder, Napoleon komt weerom, de Prins die is niet bon”.
Van Kiekebeernd tot Ölliejaan
Berend Laarveld alias Kiekeberend overleed op 12 september 1819 in zijn woning in de buurschap Honesch. Zijn naaste buren Groothuis (Peerdekloas) en Berend Leus (de Kasperie) gaven zijn overlijden aan bij de Burgerlijke Stand van de gemeente Haaksbergen, waar de burgemeester op dat moment ook de ambtenaar van de Burgerlijke Stand was. Berend zal begraven zijn op het kerkhof rond de Pancratiuskerk (nu Markt). Hendrika Laarveld-Belshof (1778-1837) hertrouwde met de weduwnaar Jannes ten Hagen, tot dan landbouwer op de Materij in Langelo. Jannes wordt na zijn hertrouwen de nieuwe boer op ‘Kiekeberend’. Hendrika Laarveld, de oudste dochter van Kiekeberend, zou in 1834 huwen met de Albertus ten Hagen, de zoon uit het eerste huwelijk van haar stiefvader. Op de boerderij Kiekeberend werd Jannes ten Hagen opgevolgd door Jan Laarveld (1809-1891), de oudste zoon van Kiekeberend. Deze Jan was behalve landbouwer ook als olieslager werkzaam op de Oostendorper Watermolen. Doordat Jan in de oliemolen werkte en ze hem moesten onderscheiden van zijn baas, molenaar Jan Greve, kreeg hij de bijnaam Ölliejaan, een naam die ook oversloeg op de boerderij en als bijnaam van de familie Laarveld. Berends nazaten Laarveld waren tot zomer 2011 eigenaar van de boerderij. De huidige eigenaar liet de boerderij aan de Hasseltweg 27 in 2016 slopen om plaats te maken voor de huidige woning.
Diverse Ten Hagens en Laarvelds in Haaksbergen zijn nazaten van ‘Kiekebeernd’. Tot nu toe heeft zich nooit meer een spook’nkieker aangemeld of het was kortstondig na een flink feest.
Bronnen:
- Historie van Haaksbergen deel III.
- Onder de Marktlinde; Haaksbergenaren aan de praat (met verhaal van Dinant Dijkhuis in het dialect).
- Overijsselsch Sagenboek door J.R.W. Sinninghe uit 1936.
- B. te Lintelo alias Snuffelaar in de Driemaandelijkse Bladen.
- r.-k.-doop- en trouwboek van Haaksbergen.
Foto's en tekst uit de serie bijdragen door Eric Ooink op de Facebookpagina Oud-Haaksbergen