SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2022 Foto's

Foto van de week 9 -15 mei 2022

OUDE KIEKJES UIT HET FAMILIEARCHIEF ELDERINK AFL. 15
Door Eric Ooink Facebookpagina Oud-Haaksbergen 15 januari 2022

Op den Kievit september 1899!

Dit plaatje werd 122 jaar geleden geschoten op landgoed De Kievit in Buurse. Vermoedelijk vond dit tafereel niet ver van de boerderij, aan de huidige Meijersgaardenweg 10, plaats. Boerderij De Meijerinksbraak of Kievit was in 1842 gekocht door de familie Elderink. Toen deze foto werd genomen was Herman Elderink de eigenaar.

De Doeve op De Kievit
Boerderij De Kievit was sinds 1895 verpacht aan de familie Leppink. Het gaat hier om het echtpaar Jan Leppink (1866-1955) en Dika Jaasink (1871-1960). Zij waren pachter tot in 1931. Waarschijnlijk staan zij op de voorgrond van deze foto. Dika, alias Doeven Hendriek, is dan 28 jaar. Haar man Jan, alias Doeven Jan, die hier een turfkruiwagen ‘bestuurt’, 33 jaar . Dika was geboren op boerderij De Doeve in Buurse, vandaar haar bijnaam. Haar ouders waren Arend Jan Jaasink en Hermina Mengerink. Jan Leppink was van ‘de Veenboer’ aan de huidige Broekdijk 13 en een zoon van Jan Hendrik Leppink en Willemina Voogd. In 1931 verhuisde het echtpaar Leppink naar het ouderlijk huis van Dika, boerderij De Doeve. Jan en Dika hadden geen kinderen, maar brachten wel hun neef Jan Leppink (1911-1955) groot. Deze werd uiteindelijk erfopvolger op ‘De Doeve’, Duifweg 4.

 
Brieven
De Elderinks bezaten eind 19e eeuw, naast veel grond, drie boerderijen in Buurse: erve Groot Buursink, aangekocht in 1834, het Nijenhuis vanaf 1845 en De Kievit, waarbij met name ‘het Nijenhuis’ als hun buiten fungeerde. Voor 1900 was er ook vlakbij de Buurserbeek op ‘De Kievit’ een klein onderkomen (theehuisje) gebouwd. In hun vrije tijd kwamen ze hier vaak. De familie Elderink liet een omvangrijk archief na, bestaande uit familiepapieren, stukken over hun bezittingen in Haaksbergen en Enschede, foto’s en de vele geschriften van Cato Elderink, maar ook heel veel brieven die ze schreven aan familieleden. Deze worden bewaard in het archief van de Oudheidkamer Twente. Uit enkele brieven blijkt hoe de familie het buitenleven in Buurse beleefde. Herman Elderink (1830-1918) was in 1861 gehuwd met Kaatje Blijdenstein (1838-1908). Hermans broer Jan Elderink (1829-1899) bleef ongehuwd en woonde vanaf 1890 permanent op het Nijenhuis. Herman en Kaatje zijn de ouders van: Engelbert (1863-1943), Julia (Juultje of Ju) Elderink (1865-1942), Margaretha (Grietje) Elderink (1867-1942), Johanna Aleida (Nannie of Nans) Elderink (1869-1956) en Catharina (Cato, Toos) Elderink (1871-1941), de schrijfster/dichteres. Alle kinderen zouden ongehuwd blijven. Grietje en Nannie waren onderwijzeres en zij studeerden in de jaren 1886-1887 aan de kweekschool in Arnhem. Er zijn zo’n 21 brieven bewaard uit deze periode, waarin zij schreven met hun moeder Kaatje en andersom. Uit onderstaande brief wordt duidelijk hoe een fabrikantenfamilie uit Enschede een middagje platteland beleefde. Men bezocht op zo’n dag alle bezittingen, waarbij de huisknecht vooruit werd gestuurd. Het was de tijd om appels te oogsten. Bij het Nijenhuis was een grote boomgaard.
 
Een dagje naar Buurse in 1886
Op zaterdag 9 oktober 1886 ging de familie een middagje naar Buurse. Moeder Kaatje schrijft haar dochter Nannie in Arnhem en doet van dit uitje verslag: “Vader was ’s morgens reeds vroeg op jacht gegaan, maar oom Jan [Elderink] ging met ons en mende zelf de beide paardjes voor den boerenwagen, daar Gart Jan [de knecht] reeds ’s morgens om zes uur te voet naar Buurse was gegaan om vast met plukken te beginnen. De manden hadden wij reeds vroeger verzonden. Wij hadden om twaalf uur pannekoek gegeten en vertrokken precies om half één. Grietje Huckriede ging ook mee en was den heelen middag recht aardig. Toen wij om twee uur te B[uurse] aankwamen had Gart Jan met den boer [Jan Hendrik ter Huurne-Niejnhoes 1834-1897] reeds al de manden vol geplukt en verscheiden bomen zaten nog vol, zoodat wij nu maar met zakken moesten beginnen. Ik geloof, dat wij over ’t geheel wel achttien schepels gekregen hebben, waarvan wij het grootste gedeelte krijgen daar grootvader [Engelbert Elderink 1798-1889] er zoo veel niet van hebben wil en oom Hein [Hendrik ter Kuile, weduwnaar van Johanna Aleida Elderink, zuster van vader Herman] en tante Julia [Julia Johanna Elderink, zuster van vader Herman] zeggen dat zij reeds meer dan genoeg appels verbouwd hebben. Het zijn allen zeer late appels, als paradijzen, sterretjes appels, courtperdus en grauwe renetten, maar wij hebben vooreerst nog noblessen genoeg. Ik denk dat wij er braaf wat van droogen zullen, daar wij veel te veel hebben om ze frisch te gebruiken. Wij wilden eerst nog helpen plukken doch de boomen waren daar niet geschikt voor. Oom J.[an] was dadelijk op de jacht gegaan en Toos, Ju en ik zijn toen met Grietje nog eens naar het Kievitje gewandeld. Wij hebben alleen den weg gevonden. Het was er toch zoo aardig. Om half vijf waren wij weer bij Buursink. Wij hebben toen koffij gedronken met oom J. die een houtsnip had geschoten en om vijf uur hebben den terugtocht aanvaard. Het was nog een heerlijk ridje in den maneschijn. Vader had zes patrijzen geschoten, die wij Neef Benjamin B. [B.W. Blijdenstein, directeur van de Twentsche Bankvereeniging) te Hilversum hebben gezonden.
 
Hoewel de brief 13 jaar ouder is dan de foto geeft het een aardig beeld hoe de dames Elderink ‘het buiten’ van die tijd beleefden. Behalve het vermoedelijke echtpaar Leppink zien we vijf stadse jongedames, waaronder een paar dochters Elderink. De anderen zijn vriendinnen. De jongeman met het paard is mogelijk een huisknecht.
 
Bronnen:
-Gröneveld, G.J., Overzicht van de nagelaten papieren familie Elderink in het Van Deinse Instituut (nu Oudheidkamer Twente) (Enschede 2002);
-Bevolkingsregisters en eigen genealogisch bestand.
-archief Elderink/familiearchief Jannink.

Kan een afbeelding zijn van 4 mensen, staande mensen, buitenshuis en boom
 
 
 
 
 
 
Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 20:48