Foto van de week 7-13 februari 2022
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
OUDE KIEKJES UIT HET FAMILIEARCHIEF ELDERINK AFL. 2
door Eric Ooink Facebookpag. Oud-Haaksbergen 3 oktober 2021
ERVE NIJENHUIS, het geliefde buitenverblijf van de Elderinks
De koeien van de boer op het Nijenhuis aan de Zendvelderweg in Buurse grazen op dit (pracht)plaatje uit omstreeks 1910-1915 vredig in de wei. We kijken op deze foto tegen het voorhuis van de boerderij aan. Het voorhuis is het woongedeelte van de boerderij en deze ligt bij de oude erven, vanaf de weg gezien, aan de achterkant. Het bedrijfsgedeelte met de niendeur is veelal op de weg gericht. Het woongedeelte ligt hierdoor veelal niet in het zicht en dat was ook op het Nijenhuis het geval. Let ook op het fraaie houten tuinhek. Welke functie het gebouwtje links heeft is mij onbekend. Het zou een aardappelkelder kunnen zijn, maar dat lijkt mij bij een redelijk groot erf als het Nijenhuis niet echt nodig. Mogelijk was het een verblijf voor kleinvee.
De Enschedese familie Elderink verbleef veel op het Nijenhuis, waar zij beschikte over een jachtkamer die tegen de rechterkant van het boerenwoonhuis was gebouwd en op deze foto niet zichtbaar is. Hier en rond het erve Nijenhuis zal Cato Elderink veel inspiratie hebben opgedaan voor haar boeken: “Twènter Laand en Leu en Lèven” en “Oet et laand van Aleer”, waarin ze op treffende wijze het land en volk tekent.
‘n Tuten
De boerderij was verpacht aan de familie die ook het boerenbedrijf exploiteerde en het onderhoud van het gehele erf moest verzorgen. In de tijd van deze foto was dat het echtpaar Van Mast-ter Huurne en hun (schoon)ouders Ter Huurne-ter Huurne. Hendrik van Mast (1881-1961) was geboren op het erve Haarmölle aan de Alsteedseweg bij de Duitse grens, waar zijn oudste broer de opvolger was geworden. Hendrik huwde in 1909 met Dika ter Huurne (1879-1960) en trouwde zo bij zijn schoonouders op het Nijenhuis in. Die schoondouders waren Jan Hendrik ter Huurne (1842-1927), geboren op de Hagboer (op ’t Porik). Hij was in 1870 gehuwd met Catharina ter Huurne (1836-1911) van ’n Tuten aan de Zendvelderweg 3. Catharina was hier erfdochter en zodoende werd Jan Hendrik landbouwer op ’n Tuten. In 1900 konden zij het naastgelegen en veel grotere erve Nijenhuis pachten en werd ‘de verhuiswagen’ ingepakt. Hendrik van Mast liet in 1925 een statige boerderij bouwen op grond van zijn ouderlijk erf Haarmölle, dat de naam Geertruidahoeve kreeg, maar naar de afkomst van de familie van de eerste bewoners nog vaak ’n Tuten wordt genoemd. Hierna werd de pacht van het Nijenhuis beëindigd. Na de verhuizing naar de Geertruidahoeve in 1926 werd het Nijenhuis verpacht aan de familie Ter Huurne-Kamphuis. Gerhardus Antonius ter Huurne was afkomstig van het erve Groot Buursink. Dit verklaart dat zijn familie op het Nijenhuis de bijnaam ‘Buursink Gerrard’ kreeg.
Hoornbeesten
De foto laat een vertrouwd beeld zijn, zoals het overal in Twente en op ieder boerenbedrijf ooit geweest is. Alleen de hoeveelheden koeien verschilden, afhankelijk van de grote van het erf (inclusief de hoeveelheid grond). De bedrijven waren gemengd en de veeteelt stond lang ten dienste van de akkerbouw. Rond de tijd van deze foto begon dat te veranderen. Er vanuit gaande dat niet alle koeien voor deze foto ‘poseerden’ mag je concluderen dat het Nijenhuis in die tijd een redelijke veestapel had van acht tot twaalf koeien. Ruim 100 jaar eerder had men nog niet eens de helft van dat aantal melkkoeien. Dit blijkt uit een “Lijst der hoornbeesten in het Dorp en Gerichte van Haaxbergen”. Op 6 Maart 1800 waren per buurschap en per erf alle koeien boven en onder de twee jaar oud geteld. Op het Nijenhuis telde men bij Gerrit Jan Nijenhuis drie stuks hoornbeesten boven de twee jaar en twee stuks onder de twee jaar. Hij was een gemiddelde boer. De grootste veeboer in Buurse was toen Jan Hendrik Haarmeule (Haarmölle, nu Van Mast) met maar liefst zes melkkoeien en drie stuks jongvee. Overigens noemen we een koe in het Twents ‘ne koo’ en meerdere koeien worden ‘beeste’ genoemd. Dus “ie hebt ene koo en meerdere beeste”. Een mooie eigenaardigheid van het Twents. Dat ‘beeste’ is gewoon afgeleid van het Nederlands, want de lijst uit 1800, die vanuit ‘Zwolle’ moest worden opgesteld, heeft het consequent over stuks hoornbeesten.
Nijenhuis of Mensing
Het erve Nijenhuis behoort tot de oudste erven in Buurse en kent een middeleeuwse oorsprong. De naam Nijenhuis betekent nieuw huis. Oorspronkelijk had het erf een andere naam, namelijk Mensink, maar er zijn ook aanwijzingen dat er in de Middeleeuwen sprake is geweest van twee verschillende erven. Dit zijn het erve Mensink, dat een leen van Overijssel was en een achterleen van het Huis Heeckeren (Goor) en het erve Nijenhuis, een horig goed van de heren van Ahaus, na 1406 van het bisdom Munster. Vreemd genoeg worden de erven Mensink en Nijenhuis niet gelijktijdig in de twee meest uitvoerige (belasting)registers van erven vermeld. In de Schattingsregisters van 1475 en 1495 is sprake van een erve Mensing in Buurse. Hierbij wordt in 1475 vermeld dat het erf pauper (arm) is, maar in 1495 was de situatie nog rampzaliger ‘Desolatum’ staat er genoteerd en dat betekent verlaten. In het Verpondingsregister van 1602 is er sprake van erve “Nyhuys”. Ook het markeboek van Buurse vermeldt de beide erven nooit gelijktijdig. Opmerkelijk is een regest uit 1604 uit het archief van de Oudheidkamer Oldenzaal. In genoemd jaar worden de tienden uit de erven Nijenhuis en half Mensijnck in de buurschap Buerse verkocht aan Johan tho Nijenhuis en Aelcke, ehelieden. Vermoedelijk is het huidige Nijenhuis dan ook een samenvoeging van de twee genoemde middeleeuwe erven Mensink en Nijenhuis.
Starink
Vanaf 1700 waren de bewoners van het erve Nijenhuis volledig eigenaar van het erf. Volgens Oost Nederlands gebruik werden de bewoners vernoemd naar het erf dat men bewoonde. Tot de 19e eeuw woonde er dan ook een familie Nijenhuis op het gelijknamige erve. Volgens het register op de 1000e penning uit het jaar 1738 was Jan ten Nienhuijs de eigenaar. In 1753 vererfde het Nijenhuis op Herman Bernard Starink, die in 1737 te Haaksbergen met de erfdochter Geertruida Nijenhuis getrouwd was. De Starinks woonden later in Groenlo, waarna de boerderij werd verpacht aan een familie die zich Nijenhuis noemde. Mogelijk was het familie van de oorspronkelijke Nijenhuizen.
Bij de volkstellingen van 1748 en 1795 wordt ’t Nijenhuis als volgt bewoond:
1748: Gerrit Nieuwenhuijs vrouw, en een kind onder de tien jaar, en een meijd.
1795: G.J. Nijenhuis bouwman op ’t Erve.
Bronnen:
-Historisch boerderij-onderzoek in het richterambt Haaksbergen (2015);
-Archief Ridderschap en Steden (HCO 3.1 inv.nr. 5665);
-Bevolkingsregisters en eigen genealogisch bestand.