SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2019 Foto's

Foto van de week 23 - 29 september 2019

ANSICHTEN afl. 59 Haaksbergen, Molen te Buurse

Dit landelijke plaatje met een windmolen is genomen in 1913 op de es in Buurse. De molen stond op het huidige perceel Alsteedseweg 43, waar tot 1999 de malerij met pakhuis van de A.B.T.B. was gevestigd. De fotograaf stond ongeveer ter hoogte van de Zuidgrensweg en richtte zijn lens naar het oosten, in de richting van de Braam.

De Bramermolen 1850-1869
In 1850 werd in Buurse de eerste korenwindmolen gebouwd, op de plaats van het tegenwoordige natuurvriendenhuis Den Broam. Deze molen was na de Oostendorper Watermolen en windmolen ‘De Korenbloem’, de derde molen in de gemeente Haaksbergen en stond bekend als de Bramermolen.

De krant van 28 maart 1854 berichtte als volgt: “De Notaris Blijdenstein, te Wierden, zal op den 5den april 1854, des voormiddags 11 ure ten huize van den Logementhouder J. de Graaf, te Enschede, doen inzetten, en 14 dagen later aldaar publiek verkoopen: Een voor weinige jaren nieuw gebouwde, welbeklante Steenen WIND-KOREN- en PELMOLEN, genaamde DE BRAMERMOLEN, met daarbij behoorende gedeeltelijk gecultiveerde gronden, bij elkaar staande en gelegen op den Braam, in Buurse, Gemeente Haaksbergen, alwaar de bevolking zeer toeneemt.”

De molen was een initiatief van het duo H.W. Bruins en H.J. Gallois. Zij dienden in januari 1851 een verzoekschrift in bij het gemeentebestuur, waarin zij tijdelijk vrijdom van grondbelasting vroegen voor hun nieuw gebouwde molen op de Braam. Het eerste graan was hier gemalen op 27 november 1850. Bruins en Gallois hadden de molen gerealiseerd op grond die eigendom was van Jan Hendrik Voogd, landbouwer te Buurse en bewoner van de boerderij Voogd, die behoorde tot de woningen op ‘de Braam’. Voogd verkocht de grond met ‘windkoornmolen’ in 1854 aan de predikant Hendrik Gallers te Vriezenveen. Kort voor 1856 werd Jan Bos Jan Harmzoon op erve de Broam eigenaar.
In 1869-1870 werd de Bramermolen gesloopt en werd de plek opgenomen in het omliggende heideterrein, totdat hier omstreeks 1930 ‘het natuurvriendenhuis’ werd geopend.

Bouw nieuwe molen 1869-1870
Verderop aan de Alsteedseweg en dichter bij het dorp gelegen, werd in dezelfde periode als de sloop (1869-1870) een nieuwe korenwindmolen gebouwd als vervanger van de Bramermolen. Deze molen zou de geschiedenis ingaan als de ‘molen van Buurse’. Het is de molen, zoals we die op de foto zien.
Het was een ronde bovenkruier zonder stelling, die was voorzien van een stenen romp met een rieten kap. Deze korenmolen was van het type ronde grondzeiler

De grond waarop de molen werd gebouwd was eveneens van de familie Bos op ‘de Broam’. Jan Bos had de bewuste kavel, een perceel bouwland op de ‘Buurser Esch’, in 1869 aangekocht van zijn broer Hendrik Jan Bos, die tapper en winkelier op ‘de Kruisboer’ was. In 1879 werd de molen door ‘Broam Jan’ (Bos) verkocht aan de bakker en molenaar Gerrit Hendrik Schoep. Wie er vanaf de bouw tot 1879 molenaar is geweest is vooralsnog onduidelijk. Bos zelf was landbouwer op ‘de Broam’. Schoep, in 1838 geboren in Apeldoorn, was de eerste eigenaar die ook molenaar was en vlakbij de molen woonde. Hij kwam in de zomer van 1879 vanuit Rheden naar Buurse, samen met zijn vrouw Johanna Berkhoff en hun zeven kinderen, die in de periode 1862-1875 werden geboren. De mulder Schoep heeft de Buurser molen niet lang draaiende gehouden. Hij kreeg in november 1879 een proces verbaal, omdat hij ongeijkte gewichten had gebruikt. Kennelijk ging hem dit niet in de koude kleren zitten. Volgens de ‘Staten van Landverhuizers uit Overijssel’ vertrok de bakker G.H. Schoep in augustus 1880 met vrouw en zeven kinderen naar Orange City in Noord-Amerika. Hij was toen welgesteld, maar als reden van vertrek werd opgegeven: “verbetering zoekende in zijn finantieelen toestand……..”.

Harmöllen Theodoor
De windmolen was ondertussen verkocht aan Buursenaar Theodorus (Theodoor) van Mast, geboren in 1848 op het erve Haarmölle. Deze ‘Harmöllen Theodoor’ was windmolenaar van beroep en woonde aanvankelijk nog gewoon op het erve Haarmölle. In 1881 bouwde van Mast aan de oostkant van de molen een woning. Hij ging hier hetzelfde jaar nog wonen met zijn (molenaars)knecht Gerhard Winters uit Ellewick. In 1882 huwde Van Mast met Margaretha Plathe (1857-1928) uit Graes bij Wessum. Uit het huwelijk werden zes zonen geboren, waarvan er drie als zuigeling overleden. Bij de molen en de woning hoorde totaal een kleine 3 ha grond. Theodoor van Mast overleed in 1899 in het hospitaal te Wessum op 51-jarige leeftijd. In de periode dat hij molenaar was had hij continu de beschikking over een knecht. Dit waren na Gerhard Winters achtereenvolgens: Heinrich Elling, Johann Hering, Heinrich Wissing, Hermann Heinrich Elling en Johann Theodor Meiners. Ze waren allen afkomstig uit Westfalen.

Voortzetting, verkoop en afbraak
Na het overlijden van Theodoor van Mast waren zijn drie zonen nog te jong (15, 6 en 2) en zette zijn weduwe, die dan in de stukken molenaarster wordt genoemd, de zaak voort. Ze werd aanvankelijk ondersteund door de knecht J.Th. Meiners, die in 1904 naar Vreden vertrok. Inmiddels was de oudste zoon, Johan Bernard van Mast, oud genoeg om het bedrijf te runnen. Later zouden ook zijn beide jongere broers als molenaar hun steentje bijdragen. In 1919 trad de oudste zoon in het huwelijksbootje. Deze verliet toen de gemeente Haaksbergen en stichtte een gezin in Enschede. Bij een boedelscheiding in datzelfde jaar werd de korenmolen eigendom van Hendrikus A. van Mast, de tweede zoon van Theodoor. Na een brand in april 1920, waarbij het muldershuis afbrandde, bleek dat het pand te laag verzekerd was. Op de buitengewone ledenvergadering van de afdeling Haaksbergen van de Aartsdiocesane Boeren- en TuindersBond (A.B.T.B.) van 24 oktober 1920 werd besloten de molen en andere opstallen te kopen van de familie Van Mast. H.A. van Mast vertrok toen naar Lünten, zijn jongste broer ging naar Utrecht.

In november 1921 kreeg de A.B.T.B. een vergunning voor de bouw van een nieuwe malerij met pakhuis in Buurse. Na meerdere verbouwingen en herinrichtingen van de malerij, vond de officiële ingebruikstelling plaats op 15 november 1935. De korenwindmolen werd in 1937 afgebroken. De malerij verdween uiteindelijk in 1999.

Uitgave ansicht.
De kaart ‘Molen te Buurse’ is een uitgave van Van den Broek & Adolfs, Haaksbergen. Het is een zogenaamde ongelopen kaart. Dat is een kaart die niet is beschreven en waar geen postzegel op zit.
Er zijn zeker drie verschillende kaarten met deze molen uitgegeven, waarvan deze de oudste is.

Buurse en windmolens
Een korte periode, namelijk van 1921-1937, kende Buurse twee windmolens. In 1921 verrees in het Buurserzand de ‘Stenderkast’ uit Usselo, die was gered door J.B. van Heek. Toen deze bijna 40 jaar geleden werd herbouwd in Usselo was Buurse ‘molenloos’. Tegenwoordig heeft het grootste deel van Buurse zicht op een ander type windmolen, namelijk een groep windturbines, variërend in hoogte van 150 tot 200 meter, die pal over de grens (in Lünten en Ammeloe) zijn geplaatst.


Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen

Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 18:35