SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

Kadaster

Kadaster - Bouwvergunningen

Op het Historisch Centrum Haaksbergen zijn aanwezig de kadasterleggers van 1832–1970
Index Kadaster 1834 
Belastingopgave 1834 

Index Kadaster legger 1832 -1970 
Bouwvergunning_en_kadaster_1938-1948 
Bouwvergunningen_1911-1929 
Bouwvergunningen_kadaster_1929-1937 
     deelbestanden hiervan: Deel1  Deel2  Deel3  Deel4 

OAT_Haaksbergen_samengevoegd  
Grensscheiding
  
Kadasterkaarten_Hbg-Overzicht_per_kaartenserie  
Kadasterkaarten_Hbg-Straatnamenlijst  
Haaksbergen_Kadastrering 

Afbeeldingen
overzichtblad_secties.jpg  
P1120769-Driland_grenssteen-S-1.jpg 
Gemeentekaart_kadaster_ca_1930_maximaal.jpg  

 

Geschiedenis van het kadaster in Nederland. 
Tot het einde van de 18e eeuw kende het gebied van het huidige Koninkrijk der Nederlanden geen eenduidige administratie van onroerend goed. Hoewel al eerder pogingen waren ondernomen hierin verandering aan te brengen, bleef de administratie rommelig en gedateerd. Hierdoor was het niet mogelijk om juiste waardebepalingen en belastingaanslagen te geven.

Pas met de totstandkoming van de eenheidsstaat Nederland in 1798 werd, in lijn met het Franse ideaal egalité (gelijkheid), getracht een rechtvaardige belastingheffing in te voeren. Om dit doel te verwezenlijken, werd een administratieve organisatie opgezet per departement.
In 1810 en 1811 werd het gehele grondgebied in kaart gebracht, met daarbij een overzicht van gegevens over het soort perceel, de eigenaren en de oppervlakte. Het project mislukte echter en de kaarten werden afgekeurd voor gebruik in het kadaster naar Frans model van 1811, deze waren te weinig systematisch en te onvolledig van opzet.
Nadat het Koninkrijk Holland in 1810 definitief werd ingelijfd in het Franse keizerrijk, golden ook in het Hollands gebied de Franse wetten. Holland diende daarom te voldoen aan het hebben van een uniforme belastingwetgeving. Omdat de bestaande registraties in de Hollandse departementen niet voldeden aan de eisen van het Franse Recueil Méthodique, werd in oktober 1811 het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen. Hiervoor werd een tweetalige editie van de Franse wetgeving uitgebracht onder de  naam Méthodique Verzameling der Wetten, Decreten, Reglementen, Instructiën en Decisiën, betrekkelijk het Cadaster van het Fransche Rijk, kortweg Méthodique Verzameling.

Hoewel Nederland enkele jaren later van Frankrijk onafhankelijk werd, bleven de Franse voorschriften toch van kracht. Het proces van kadastrering verliep echter traag. Pas in 1825 werd er tempo gemaakt door de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, met daarin de geplande invoering van de samenhang tussen grondboekhouding en hypothecaire boekhouding.

Doordat in de periode tussen 1826 en de invoering van het kadaster op 1 januari 1832 een inhaalslag werd gemaakt in het maken van kartering, waren de gemaakte kaarten in deze periode van aanzienlijk lagere kwaliteit dan de kaarten voor 1825.

In Nederland registreert de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers sinds 1832 gegevens over een bepaald stuk onroerend goed (het perceel) en alle wijzigingen die zich daarin voordoen. Deze gegevens worden vast gelegd in de zogenaamde kadastrale leggers en kadastrale kaarten. Bij elke woning en perceel grond worden in de nu volgende artikelen kadastrale leggers genoemd die bij die woning en/of dat perceel grond zijn geraadpleegd.